betaRedvein Esdoorn Verzorging

Het is een boomsoort in de slangenschorsesdoorngroep, verwant aan Acer capillipes (Kyushu-esdoorn). Het is inheems in de bergbossen van Japan, op Honshū, Kyūshū en Shikoku. Het is een kleine bladverliezende boom die tot een hoogte van 8-15 m groeit, met een stam tot 40 cm diameter. De bast van jonge bomen is glad, olijfgroen met regelmatige smalle verticale lichtgroene tot grijsachtige strepen en kleine grijsachtige lenticellen; op oude bomen wordt het ruw en grijs. De bladeren zijn drielobbig (soms vijflobbig met twee extra kleine basale lobben), dubbel gekarteld, 8-16 cm lang en 6-16 cm breed, mat tot subglanzend donkergroen boven, bleker onder met kleine plukjes roestig haar op de aderen als ze jong zijn, kaal worden als ze volwassen zijn; de bladsteel is groenachtig (zelden roze), 3-5 cm lang. In de herfst verkleuren de bladeren naar fel oranje of rood. De bloemen worden geproduceerd in trossen 10 cm lang, elke bloem 8-10 mm diameter, met vijf gele tot groengele kelkblaadjes en bloembladen; het is tweehuizig, met mannelijke en vrouwelijke bloemen op aparte bomen. De vrucht is een gepaarde samara van 2-3 cm lang met afgeronde nootjes.

Een grote struik die kan uitgroeien tot een meerstammige boom. Door de losse groeiwijze ontstaat een open, vaasvormige kroon. De boom kan 10 m hoog worden. In zijn oorspronkelijke habitat in Japan kan hij zelfs 12 m bereiken. Als de boom kaal is, zijn de olijfgroene twijgen zichtbaar en vertonen opvallende, witgrijze lengtestrepen. Het groene, 3-lobbige blad varieert in grootte van 7 tot 15 cm. De doorsnede is circa 10 cm. In de herfst kleurt het van vlammend oranjerood naar scharlakenrood. Dit is een zeer belangrijk decoratief kenmerk. De boom vormt een ondiep wortelgestel dat rijkelijk vertakt. Een veel toegepaste esdoorn uit de groep gestreepte esdoorns. Hoewel de plant een warme standplaats prefereert, kan in de hete zomers verschroeiing optreden.