Rubberboom Verzorging

Tijdens de actieve groeiperiode heeft de rubberboom veel water nodig. Begin september verminder je de hoeveelheid water die je geeft, en in de winter is eens per week – of zelfs minder – voldoende. Zorg dat de grond niet te nat blijft.

Snoei de takken om de 2 à 3 jaar om de hoogte van de plant in vorm te houden. Let op: bij het snoeien komt wit melksap vrij. Verwijder dit voorzichtig met een doek of wattenschijfje dat je in warm water hebt gedompeld.

De ideale voedingsmix voor een rubberplant bevat 24% stikstof, 8% fosfor en 16% kalium. Pas de voeding aan op de lichtomstandigheden: eenmaal of tweemaal per maand voeden tijdens het groeiseizoen is meestal voldoende.

De rubberplant houdt van licht, maar verdraagt geen direct zonlicht op het blad. Geef hem 6 tot 8 uur gefilterd licht per dag om hem gelukkig en gezond te houden.

Deze plant houdt van luchtige, vruchtbare grond. Een mix van turf, boomschors en zand is ideaal voor een goede doorluchting en vochtregulatie.

De rubberboom stekken is verrassend eenvoudig! Knip een stekje van ongeveer 10 cm van de top, verwijder de onderste blaadjes en leg het stekje 30 minuten in water – een soort mini-spabehandeling voor je rubberplant.

Plaats het daarna in vochtige potgrond en dek de pot af met een doorzichtige plastic zak. Zet het geheel op een lichte plek, maar uit de volle zon. En voilà: jouw stek begint aan zijn groeireis!

De ideale temperatuur voor Ficus elastica ligt tussen de 18 en 30 °C. Let in de winter op dat de temperatuur niet onder de 15 °C zakt – daar kan de plant niet goed tegen.

Ficus elastica staat het liefst een beetje krap in zijn pot – dat bevordert de groei. Kies een pot die ongeveer ⅓ groter is dan de wortelkluit, met goede drainage. Verpot elke twee jaar naar een iets grotere pot om te voorkomen dat de plant te vertworteld raakt, wat zijn groei kan afremmen.

In het wild kan de rubberboom wel 30 tot 40 meter hoog worden en meer dan 100 jaar oud! Zijn meest kenmerkende eigenschap? Het witte melksap (latex of rubber - waar de plant naar is vernoemd) dat uit de stam komt wanneer deze beschadigd raakt.