Pyrus pyrifolia is een soort perenboom afkomstig uit Oost-Azië. De eetbare vrucht van de boom is bekend onder vele namen, waaronder: Aziatische peer, Taiwanese peer, appelpeer, dierenriempeer, driehalve peer, papple en zandpeer.
De vruchten worden over het algemeen niet in taarten gebakken of tot jam gemaakt omdat ze een hoog watergehalte en een knapperige, korrelige textuur hebben, heel anders dan de Europese variëteiten. Ze worden vaak rauw en geschild geserveerd. De vrucht heeft de neiging vrij groot en geurig te zijn, en wanneer zorgvuldig verpakt (het heeft de neiging om te kneuzen vanwege zijn sappigheid), kan het enkele weken of langer op een koude, droge plaats blijven.
Cultivars worden ingedeeld in twee groepen. De meeste cultivars behoren tot de groep Akanashi ('roodbruine peren') en hebben een geelbruine schil. De Aonashi ('Groene peren') hebben een geelgroene schil. Vanwege hun relatief hoge prijs en de grote omvang van de vrucht van cultivars, worden de peren vaak geserveerd aan gasten, cadeau gegeven of samen gegeten in een familiale setting.
Bij het koken worden gemalen peren gebruikt in sauzen op basis van azijn of sojasaus als zoetstof, in plaats van suiker. Ze worden ook gebruikt bij het marineren van vlees, vooral rundvlees.
Groeit tot 8-10 ft. Lang (240-300 cm) en 6-7 ft. breed (180-210 cm).
Deze boom is een liefhebber van de volle zon en kan gemakkelijk worden gekweekt in diepe, vruchtbare, vochtige, goed doorlatende grond. Geeft de voorkeur aan een beschutte, vorstvrije standplaats.
Peren moeten elk jaar worden gesnoeid om de beste oogst te krijgen. Ze moeten in de late lente of vroege zomer ook worden uitgedund tot ongeveer 12 cm van elkaar als u de beste kwaliteit fruit wilt oogsten.
Let op bladluizen, rupsen, fruitmot, peerblaarmijt, perenmug en peren- en kersenslakworm, perenschurft, perenroest, bruinrot, bloesemverwelking en bacterievuur.
Vermeerderen door te enten of te chippen op een klonale onderstam voor fruit; Meestal worden kweepeeronderstammen gebruikt. De gebruikte onderstam zal voor een groot deel de groeikracht bepalen.